Een studie naar de populariteit van een compromisloze Haagse verdediger
In het eerste elftal van FC Den Haag stevent Tom Beugelsdijk (28) af op het slot van zijn zesde seizoen. Zelden pasten een eredivisieclub en speler zo bij elkaar.
Wie is die speler voor wie men zich overal in den lande, van Heerenveen tot Sittard, of waar hij ook met FC Den Haag voor de punten komt knokken, verdringt om mee op de foto te mogen? Wie is die gozer die bij alles wat hij doet en laat, zo veel reacties aan de toeschouwers ontlokt? Ja hèhè, nogal wiedes: dan hebben we het over Tom Beugelsdijk. Een bijzondere speler, dat is -ie. Hoe werd de stopper zo’n eredivisiefenomeen? Er is een heel complex aan factoren dat daar aan ten grondslag ligt.
Zoals dat hij bij zijn basisdebuut meteen scoorde. En dat dit een thuiswedstrijd betrof. Bovendien was het tegen Ajakkes. Beter kan in deze contreien niet. Het was op 23 september 2012 en het werd 1-1. Dan zijn er de persoonlijke duels. Waarbij hij er zowel door de lucht als over de grond niet over peinst om compromissen te sluiten. Hij is dan wel een verdediger, maar hij valt de bal echt aan. En wat te denken van zijn opkomst voor de warming-up? Beugelsdijk is altijd als eerste uit de spelerstunnel het veld op. Dan zie je hem genietend het hele Cars Jeans Stadion in zich opnemen. En is er meteen dat wederzijdse contact met het Haagse publiek.
Koekie
Wat zeker een rol speelt is dat hij de kunst van het uitdelen én het incasseren beheerst. Ofwel de defensieve variant van ‘wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten’. Oké, de man gaat daarbij niet altijd even subtiel te werk. Zie het recordaantal gele kaarten deze jaargang. Maar je hoort hem in ieder geval niet piepen als hij zelf eens een ‘koekie’ krijgt. Dat dwingt bij de supportersscharen aan beide kanten respect af. Uiteraard doen zijn ontwapenende interviews een danige duit in het zakje. Vooral direct na afloop van een wedstrijd serveert hij met het Haagse hart op de tong de kijkers en de luisteraars een aanstekelijke mix van eerlijkheid en spontane vondsten.
Ondertussen blijft ‘De Witte Reus’ het archetype van de ultieme teamspeler. Die net zo makkelijk met zijn directe concurrent op vakantie gaat. Dat soort dingen moet je kunnen scheiden, en dat doet hij dan ook. Voor een extra dimensie aan zijn status en populariteit zorgen vooral de afgelopen jaargangen de doldrieste solo’s. Die begint Beugelsdijk meestal in te zetten wanneer FC Den Haag achterstaat en hij het idee heeft dat er nú iets moet worden geforceerd.
Op z’n kop
Meestal lopen de acties (soms inclusief schaarbeweging of schijntrap) maar nét goed af. Maar ja, ze lopen wel goed af en dan staat het hele stadion op z’n kop. En zo zien we een stadion toch het liefst? Wat tevens voor bewondering zorgt, is dat hij zo ‘selfmade’ is. Alles wat hem als voetballer toeviel, heeft de man die in 2000 als van RVC afkomstig jeugdspelertje bij FCDH begon, zelf afgedwongen. Kortom: hart, ziel en Beugelsdijk. Wat dat betreft spreekt ook alleen maar tot de verbeelding dat hij, om een kans bij ‘zijn’ FCDH te krijgen, zich eerst twee seizoenen in de krochten van de Keuken Kampioen Divisie moest zien staande te houden.
Dat dit gebeurde bij de ‘Schapenkoppen’ van FC Dordrecht aan de Krommedijk voorziet deze studie naar en ongebreidelde ode aan hem automatisch van een aangename ‘cultfactor’. En ondertussen stevent Beugelsdijk alweer af op het slot van zijn zesde volledige seizoen in FC Den Haag 1. Op basis waarvan we zonder enig voorbehoud kunnen stellen: weet je wat, doe er nog maar zes seizoenen bij.
Bron: ad
1 Reactie
Dolf Brouwers
Een Studie! Hoe kom je erop! Schaamteloos.
Zo zie je maar weer dat het peil van de plaatselijke voetbaljournalistiek perfect aansluit bij onze Topprestaties.
Zoals wij met ons Hotseknots Begonia Voetbal het perfecte decor vormen voor Tommie de Clown zo “beoordelen” de dorpsomroeper en de razende reporter de ontwikkelingen in het plaatselijke voetbal.
Droevig schouwspel. Dat daar ook nog geld mee verdiend wordt……..
En dan zijn er de nog grotere sukkels die denken dat Haagse bedrijven in de rij horen te staan om hun centjes te offeren!
Wat een Succes!