Verhoogde hartslag zodra je het FCDH-stadion nadert. Al elf jaar niet meer in het typisch Haagse Zuiderpark, vereeuwigd door Harrie Jekkers in het iconische O, O, Den Haag. Maar een ietwat bescheiden bouwwerk op een industrieterrein met autodealers. Toch gebeurt er iets zodra de lichtmasten in zicht komen. Een ‘wij tegen hullie’-gevoel dat met je geboortegrond te maken heeft. Noem het maar gewoon trots. Het groen-gele wapen met de Haagse ooievaar prominent boven de hoofdingang vertegenwoordigt in het stadion het unieke gevoel een Hagenees te zijn. De buiten de stadsgrenzen niet altijd begrepen mensensoort. Met die Haagse grote bek en dat kleine hartje.
Haagse Kracht
Dat hart klopt dezer dagen harder dan ooit voor de FC. Het gaat onwijs goed met ‘het cluppie’. Achtste plek in de competitie. Rust in de bestuurskamer. De harde kern supporters heeft er wel een verklaring voor: de Haagse Kracht is terug. ,,Met een Haagse technische staf”, zegt Jacco van Leeuwen, voorzitter van de supportersvereniging. ,,Met trainer Fons Groenendijk. Met de Haagse as van spelers Zwinkels, Beugelsdijk, Immers. We missen alleen die ‘Rooie’ nog. Mike van Duinen die nu bij Excelsior speelt. Ze zijn de personificatie van Den Haag.”
Een Siberische wind jaagt over het veld en de tribunes van het stadion deze vrijdag. De spelers zijn van top tot teen in wol gekleed. Sjaal over hun gezicht. Op de tribunes doen ze het met een wollen muts, een capuchon of niet eens dat. Je bent harde kern of niet. ,,Om nou te zeggen: sta je in de wind? Nee”, komt Alberto, van het ADO Journaal uit de linkerhoek de tribune op. Als er foto’s worden gemaakt: ,,Wel met balkjes over de ogen, hè?! Voor het UWV. O, ik zie het al, ze hebben die balkjes al van zichzelf.” Haagse humor.
Dolletje maken
Marc van ADOFans.nl is er. Uiteraard. Dit is de wereld van de decennia lange supporters. Weer of geen weer. Ze zijn er. ,,Je ziet elkaar weer even. Dolletje maken”, noemt Jacco het. De wereld van de voornamen ook. Koos de Marokkaan die elke dag in het stadion is. Alberto ‘woont’ er ook. Patrick, van de adembenemend mooie spandoeken en graffiti in de catacomben is er om een bakkie te doen.
‘Mijn hart, mijn club, mijn leven’, spoot hij met verf op de muren. Geen woord aan gelogen. Geen gram overdrijving. Zo voelen de FCDH-supporters het. Een obsessie noemen sommigen het zelf. ,,Ik sla er wel eens in door”, zegt Alberto.
Supporter van Den Haag word je niet voor het mooie voetbal, zeggen ze. Hoewel er onder Groenendijk wel aantrekkelijk voetbal wordt gespeeld. ,,Fons gaat voor het winnen. Henk Fraser ging meer voor niet-verliezen”, legt Jacco de strategie van de huidige en vorige trainer uit.
Houden van
Maar ze waren toch al die jaren toen het minder ging niet blijven komen, als er niet iets diepers in die liefde schuilt? ,,Je bent geen opportunist”, vindt Marc. ,,Eens een fan, altijd een fan.” Maar Alberto voelt haarfijn aan naar welke emotie wordt gezocht. Hij vertelt dat hij een van degenen was die een ‘spreuk’ heeft gemaakt bij aanvang van de bouw van het nieuwe stadion. ,,Als je dat deed mocht je een handafdruk in het cement maken van het fundament van het stadion.” Alberto schreef: ‘Ik zal altijd van mijn club blijven houden, ook al kan ik niet met haar trouwen’. ,,Die handafdruk zal er wel niet meer zijn want het beton voor het stadion is vervolgens gestort door Rotterdammers.”
Jacco zegt dat de FCDH-supporter al gauw tevreden is met het spel. Als de inzet er maar is. ,,Als die jongens het gras opvreten, is het al goed voor ons. Het gras is trouwens van plastic, dat is niet echt gezond om op te eten.”
Door ‘de Haagse as’ in het veld, is de interactie met de supporters optimaal, vindt hij. ,,We hebben een broertje dood aan spelers die met hun badtasje hier aankomen en het spelen als werk zien. Bij de Haagse spelers heb je die houding niet. Als we aan het einde van de wedstrijd het ‘Pipi Langkous’ lied zingen, gaan ze er echt voor staan luisteren.”
Marc herkent het verschil in benadering door supporters van Haagse spelers en spelers van buiten. ,,Die laatsten worden als ze iets fout doen in het begin uitgescholden. Maar dat is bemoedigend bedoeld.”
Bakkie moet voller
Ed van de ‘Northside’, de van oudsher fanatieke tribune, is met griep thuis. Maar hij herkent zich zeker in de positieve golf die over de FC rolt. ,,Ik merk het aan opmerkingen die mensen plaatsen bij stukken op mijn website en op Facebook. Dat is vorig seizoen ingezet. Toen Fons binnenkwam ging het al beter.”
Het is ook waarom hij niet snapt dat ‘ze het bakkie niet vol krijgen’. Ook Jacco en Alberto zitten in over de lege plaatsen op de tribunes. De 10.000 man die doorgaans de thuiswedstrijden volgen in het stadion zou met een bevolking van meer dan een half miljoen in Den Haag en omgeving veel hoger moeten zijn. ,,Je hebt nooit een reden om weg te blijven”, vindt Jacco. En de tijd van de rellen is ook al weer decennia geleden. ,,Maar dat is altijd zo. Als we duizend beertjes op het veld gooiden voor een goed doel, werd er toch weer alleen geschreven dat we een hek hadden omgetrokken”, zegt Alberto.
Dodelijke ziekte
En dan dat ‘gekanker’ door de FCDH-supporter. Alberto en Jacco beginnen er zelf over. Terwijl Jacco toevoegt dat ‘er niet over praten het beste is om er een einde aan te maken’. Hij noemt het de dubbele moraal dat er op de radio en in liedjes woorden als ’tering’ worden gebruikt, maar het ‘kanker’ van de Haagse supporter wordt veroordeeld. ,,Terecht. Ik moet het ook niet doen. Maar voor ons heeft het woord niets met die dodelijke ziekte te maken. We hebben allemaal een hekel aan het woord en toch gebruik ik het ook te vaak.” Zeker in het licht van het overlijden aan kanker door de Haagse voetbalheld Aad Mansveld en dé Haagse stripheld en geestelijk vader van Haagse Harry.
Ze blikken terug op het begin van hun ‘verslaving’ FCDH. ,,Het is af en toe echt niet normaal”, zegt Alberto over die clubliefde. Maar stel je Alberto even voor als 7-jarige in 1962. ,,Ik ging voor het eerst met mijn vader mee naar FCDH. Ik had de geluiden uit het stadion al gehoord als ik met mijn vriendjes in het Zuiderpark speelde. Daar wilde je bij zijn. Daar ging ik op mijn 7de. En als ik heel erg zeurde, kreeg ik een halve rookworst! In een gezin met zes kinderen waarin de rookworst met z’n achten werd gedeeld, was dat wat!”
Jacco ‘hing er aan’ toen hij in oktober 1980 voor het eerst ging. ,,Den Haag-020, 4-3”, er meer over zeggen is niet nodig. Ze gunnen het nieuwe supporters ook zo. Kom naar het stadion, willen ze wel uitschreeuwen en beleef het zelf. ,,We doen er als supportersvereniging samen met de club ook van alles aan”, zegt Jacco.
Ed ziet de nieuwe generatie wel in het stadion. Ze staan een ’trappie’ verder dan hijzelf achter de vlag van Legia. De vlag van de Poolse zusterclub van de FCDH-supporters Legia Warschau. ,,Zonen van. Vrienden van vrienden.” Marc prijst in het kader van supporter-worden ‘de openheid van de club’. ,,Kijk, de trainer komt gewoon even de tribune op om met ons te praten”, wijst hij naar Groenendijk. ,,We kunnen het ook zeggen als we het niet eens zijn met een beslissing.” Fons Groenendijk gaat voor de krantenfoto even tussen de supporters staan. ,,Die staat straks op Grinder!” Lachen.
Door:
Bron: ad
1 Reactie
Olitano
Geweldig stukje. Fijn om te lezen. En …. ik heb het zelfde gevoel. Dat gevoel is toch een tijdje weggeweest.
Rob
We hebben het vandaag gezien. Als dit de kracht van ADO is. Pffffffff