Joris Mathijsen verhaalt over het afgelopen seizoen

‘Ik denk dat van beide kanten niet honderd procent de overtuiging is geweest om met elkaar nog een derde jaar in te gaan.’ Volgens technisch directeur Joris Mathijsen is dat de voornaamste reden waarom Darije Kalezic komend seizoen geen trainer is van FC Den Haag. Hoewel er een contract voor hem klaarlag, kwamen club en coach er in de gesprekken uiteindelijk niet uit.

Na de uitschakeling tegen Telstar in de play-offs namen beide partijen even een pauze, waarna er aan het einde van de afgelopen week het seizoen werd geëvalueerd. Over de mogelijkheden die FCDH tijdens komende transferzomer heeft, is het volgens Mathijsen helemaal nog niet gegaan.

‘We hebben het nog niet eens gehad over het spelersbudget, over welke spelers er eventueel zouden moeten komen en de vraag of we een kampioenselftal kunnen samenstellen’, beweert de Brabander. ‘Zover waren we nog niet, omdat we al eerder samen tot de conclusie kwamen dat we niet met elkaar doorgingen.’

Daardoor moet FCDH op zoek naar een andere trainer. Een lijstje heeft Mathijsen wel klaarliggen, maar dat verandert door de wispelturigheid van de voetbalwereld elke dag. Wel moet een trainer volgens hem ‘een bepaald profiel’ hebben. ‘Daar ben ik wel achter gekomen bij FCDH.’ Met de oude trainer werd uiteindelijk de stap naar de eredivisie niet gemaakt. Mathijsen denkt nu te weten wat de pijnpunten waren afgelopen seizoen. ‘Ik denk dat onze start gewoon niet goed is geweest’, zegt hij over de eerste acht wedstrijden van 2024-2025, waarin slechts acht punten werden gehaald.

Twee verliesbeurten tegen ‘angstgegner’

Daarnaast vallen hem ook het puntverlies tegen beloftenelftallen op, en de twee verliesbeurten tegen de uiteindelijke nummer twee van de competitie: ‘angstgegner’ Excelsior. ‘Er wordt weleens gezegd: je wordt kampioen tegen de kleinere clubs. In dit geval heeft Excelsior zes punten tegen ons gepakt. Als dat dan je concurrent is op plek twee, is dat natuurlijk een behoorlijk gat.’

Vooral van die stroeve start zegt Mathijsen te hebben geleerd. ‘De diepte van de selectie voor de winterstop was anders dan erna’, constateert hij. ‘Er was een aantal spelers van wie wij in de zomer eigenlijk afscheid wilden nemen, maar die bleven toch (onder anderen Granli en Vigen, red.). Daardoor konden we geen andere spelers vastleggen.’

Ook het onder verouderde omstandigheden trainen in Rijswijk helpt niet. FCDH wil graag snel terug naar het Zuiderpark, maar de bouw van het nieuwe trainingscomplex aldaar loopt nog niet zoals gewenst. ‘Goede omstandigheden zijn ook noodzakelijk om de volgende stap te kunnen zetten’, zegt de 84-voudig oud-international van Oranje. ‘Mensen onderschatten soms hoe belangrijk goede faciliteiten zijn. In de huidige topsport is dat cruciaal. En wij zijn de laatsten die daarover geklaagd hebben, zeker de afgelopen twee jaar. Maar het is wél een basisvoorwaarde om echt goed te kunnen presteren.’

Veerman, Van der Sande en Van Mieghem

Over aanvullingen op de huidige selectie wil Mathijsen zich nog niet uitlaten. Waar hij in het eerste jaar als technisch directeur voor ervaren krachten zoals Henk Veerman, Jort van der Sande en Daryl van Mieghem ging, kwamen in het voorbije seizoen onbekende buitenlandse spelers als Diogo Tomas, Juho Kilo en Lee Bonis.

Dat beleid bepaalt de ’td’ naar eigen zeggen voor een groot gedeelte zelf. Het aantrekken van spelers wordt niet door eigenaar Bolt aan hem opgelegd. Wel werkt hij nauw samen met de Amerikaanse grootaandeelhouder. ‘Geen enkele speler komt hier binnen zonder goedkeuring van mij, de hoofdtrainer en de adviseur van de voetbalgroep’, verzekert hij. ‘Zo werken wij. We moeten alle drie overtuigd zijn. Anders werkt het niet, wat mij betreft.’

Het voorbeeld van Telstar, scouten in de tweede divisie, gaat hij niet volgen. ‘Knap wat die club doet, maar wij denken dat de lat bij FCDH toch echt wat hoger ligt.’ ‘Er komt ook een andere druk bij het spelen voor FCDH kijken, zeker als het gaat om promoveren. Dan is het niet zo makkelijk om spelers te scouten waarvan je niet zeker weet of ze het al aankunnen.’

Toch staan de Witte Leeuwen uiteindelijk in de play-offfinale tegen Willem II, en dus niet FC Den Haag. De uitschakeling tegen de Noord-Hollanders in de nacompetitie was ‘een teleurstelling’ die hij ‘even moest verwerken’. Om daarna weer aandacht aan het grotere plaatje te geven.

‘Betere connectie tussen spelers en fans’

‘Het draait niet alleen om wel of niet promoveren’, verklaart hij daarover. ‘Deze staf en spelersgroep hebben zich op veel vlakken weer verbeterd. We zijn uiteindelijk als vierde geëindigd in plaats van vijfde. We hebben zeven punten meer behaald, zeventig in plaats van 63.’

Mathijsen vervolgt: ‘En misschien wel het mooiste, er is weer een betere connectie gekomen tussen de spelersgroep en de fans. Waar er vorig jaar en zeker het seizoen daarvoor, thuis nauwelijks punten werden gepakt en er weinig steun was van het publiek, met als gevolg onzekerheid bij de spelers op het veld, was dat dit seizoen totaal anders.’

‘De ploeg heeft juist steun gevoeld. Alleen het ultieme wat deze club moet gaan bereiken, promoveren, is niet gelukt. Dat is toch weer een teleurstelling.’

Bron: omroepwest