In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week: in het spoor van de oudste trainer van het Nederlandse profvoetbal, die geniet als hij om 8.00 de deur van zijn container opentrekt en aan zijn werkdag begint.
Ton Beije mag de trainer van FC Den Haag bij zijn voornaam noemen. Niks meneer of u, gewoon Dick. ‘Het zou anders een beetje raar zijn’, zegt de Haagse zeventiger met pretogen vanonder zijn wollen muts. ‘We kennen elkaar al zo lang.’
Beije zit op de perstribune van het Bingoal Stadion. Het is een waterkoude maandagavond en terwijl een gure wind over de tribunes blaast, ziet de hoofdredacteur van plaatselijk platform Haaglanden Voetbal hoofdschuddend toe hoe de thuisploeg zich voor de tweede keer dit seizoen stukbijt op een veel beter Heracles Almelo. ‘We komen helemaal niet bij de goal’, zal Beije meermaals concluderen. ‘Aan zo’n spits als Thomas Verheydt heb je dan ook niet veel.’
Blijer wordt Beije als hij over zijn connectie met Dick vertelt, de gedrongen figuur in de verte, die we zo nu en dan vanuit de dug-out naar de zijlijn zien benen, met een grote sjaal bungelend om de nek en niet zelden met een priemende wijsvinger in de richting van de arbitrage. Wat hij dan roept, is niet te horen. Zeker is wel dat het niet aardig is bedoeld, want ook op zijn 75ste kan Dick Advocaat zich nog altijd vreselijk opwinden als in zijn ogen een inworp ten onrechte aan de tegenstander wordt gegeven… Zijn die mannen in het blauw soms blind?
‘Mooi hè’, zeggen ze dan liefkozend op de tribune. Die drift, dat is typisch Dick. Bloedfanatiek en nijdig – op het verongelijkte af. ‘Was in het veld niet anders’, vertelt Beije. De twee kwamen elkaar in hun jonge jaren nog weleens tegen op het veld. Beije als lid van het Haags elftal, Advocaat spelend voor FCDH. ‘Hij was niet altijd de beste, wel de fanatiekste. Hoe vaak ik Dick niet heb horen foeteren in het veld. Helemaal als het gelijk stond of wij voor stonden. “Jullie hebben toch wel door dat we tegen amateurs spelen, hè”, riep hij dan. Prachtig. Soms begin ik daar nog weleens over tegen hem. Op interviews zit hij niet meer te wachten, maar als we het over vroeger hebben, klaart hij op. Dan komen de verhalen. ‘Weet je nog… Dick.’
Natuurlijk weet Dick Advocaat het nog. En daarom kwam hij ook terug. Omdat de herinneringen aan zijn vroegere jaren in het groen en geel hem dierbaar zijn. Omdat FCDH hem dierbaar is. Omdat hij hier het profvoetbal inrolde en er nooit meer uit verdween. Het was het begin van de cirkel die hij meer dan een half mensenleven later heeft afgerond door zich opnieuw aan de Haagse club te verbinden, ook al speelt FCDH inmiddels voor het tweede seizoen op rij in een naar een keukenboer vernoemde competitie die hem langs de stadions van clubs als Almere City, FC Dordrecht en Top Oss voert.
Zou Guus Hiddink zoiets doen voor De Graafschap? Bert van Marwijk als coach van MVV? Zij hebben andere prioriteiten. Dick Advocaat niet. Toen FCDH halverwege dit seizoen informeerde of hij iets voor de club kon betekenen, gaf hij zijn ja-woord – op voorwaarde dat hij dan wel het roer in handen zou krijgen. Met meepraten kon hij de tegenvallende resultaten niet ombuigen, was zijn idee.
FCDH stond op dat moment zeventiende, vier plekken lager dan de dertiende plaats waar de club deze maandagavond staat. ‘Dickie, neem je rotzooi mee’, klinkt het jennend vanuit het uitvak als Heracles de zege allang niet meer kan ontgaan (0-3). ‘Bij ons waren te veel mensen niet in vorm, dan krijg je het heel moeilijk’, concludeert de trainer na afloop bij ESPN, het enige medium dat hij na wedstrijden te woord staat. Dat een ploeg als Heracles meer spelers met Eredivisie-ervaring heeft, moest met inzet worden gecompenseerd. ‘Maar dat hadden we niet.’
Doelman Sonny Stevens, die in de winterstop overkwam van OFI Kreta nadat hij door Advocaat persoonlijk was gebeld, verschijnt na afloop wel bij de schrijvende pers en praat dan vol lof over de trainer. ‘Je zou kunnen denken dat hij het rustiger aan doet op zijn leeftijd, maar Dick geeft niet 50 maar juist 120 procent. Het siert hem als mens en trainer dat hij dit avontuur is aangegaan.’
CONTAINERDORP
Twee dagen later, woensdagmiddag. Over de Schaapweg in Rijswijk scheurt het alledaagse verkeer voorbij wanneer Dick Advocaat na een dag vrij te zijn geweest weer op het trainingsveld verschijnt. De mensen in de auto’s zouden hem kunnen herkennen, kaal als de bomen zijn tussen de openbare weg en de trainende profs. Ware het niet dat de hoofdtrainer zich heeft verborgen in een dikke, zwarte capuchonjas, waardoor je maar net moet weten dat hij het is, de man die ze bij het Engelse Sunderland ooit zo graag wilden behouden voor de club dat ze hem aanboden om hem na elke wedstrijd per privéjet naar Nederland te vliegen als hij daardoor zou bijtekenen, wat hij ondanks dat ruimhartige aanbod niet deed.
Die extravagantie is hier ver te zoeken. FCDH mag dan trainen op een complex dat de naam van een royalty draagt, echt koninklijk zijn de omstandigheden niet op het Prinses Irene Sportpark in Rijswijk. De velden die voorheen toebehoorden aan het failliete Haaglandia, dienen sinds 2020 als thuisbasis voor het eerste elftal. De jeugd van de club speelt op De Aftrap, een nieuw terrein elders in de stad, dat weliswaar alweer zeven jaar in gebruik is, maar hypermodern oogt vergeleken met de kotten waarin Advocaat en zijn staf hun dag beginnen.
Dat zijn containers. Van die verplaatsbare units waarin studenten, vluchtelingen of lunchende bouwvakkers in kunnen worden ondergebracht, maar die hier dienstdoen als krachthonk, spelershome, fysiopraktijk en trainerskantoor. Niet ideaal, vinden spelers en coaches. In de herfst kwam er tussen de kieren weleens een paddenstoel naar boven.
Het containerdorpje, waar Advocaat zijn Porsche op zo’n vijf meter van de ingang van zijn kantoor heeft geparkeerd, was aanvankelijke ook een tijdelijke oplossing. Door de aanleg van echt gras in het stadion in 2020 konden de spelers daar niet meer trainen, en omdat de bouw voor ADO City in het oude Zuiderpark maar niet op gang wil komen, moest voor het eerste elftal een alternatieve locatie worden gezocht. Alleen had niemand voorzien dat die tijdelijke situatie inmiddels alweer drie jaar voortduurt.
‘Het is natuurlijk duidelijk dat er wel iets moet veranderen als FCDH stappen wil maken’, zegt assistent-trainer Saïd Bakkati. Toen hij in november bij FCDH in dienst trad, wist de voormalige verdediger van onder meer sc Heerenveen en PEC Zwolle niet dat hij zijn werk buiten het veld vanuit een portocabin moest doen. Daar kwam hij pas achter pas nádat hij zijn contract had getekend. ‘Maar dat is niet erg. De velden zijn goed en we kunnen hier prima ons werk doen. Ik heb me vroeger ook moeten omkleden in krappe kleedkamertjes. Geeft niks, ik heb het hier uitstekend naar mijn zin.’
Bakkati is de opgewekte rechterhand van Advocaat. Eerder werkten ze samen bij Feyenoord, wat zo goed beviel dat de hoofdtrainer hem in november belde met de vraag of hij ook bij FCDH wilde instappen. Bakkati hoefde er niet lang over na te denken en leidt nu de trainingen. Ook vandaag, terwijl Advocaat vanonder zijn capuchon meekijkt als een soort supervisor, de manager die de grote lijnen overziet en soms een speler bij zich roept om even te kletsen.
Langs de lijn staan ook zeven supporters. Mannen stuk voor stuk, die in de gaten worden gehouden door twee vrouwelijke stewards in een felgeel hesje. Grimmig is de sfeer allerminst. Een van de vrouwen verdwijnt in een container om er later uit te komen met een kan koffie. ‘Melk en suiker iemand?’
De mannen zijn er vaker. Maar even babbelen met Advocaat? Kansloos deze ochtend. Die verdwijnt linea recta naar binnen na de training. Bakkati komt wel even kletsen. ‘Dick, mooie vent’, zegt hij. De ex-verdediger die in het verleden zelf ook voor FCDH speelde, bewondert de geestdrift bij zijn 35 jaar oudere collega. Wat voor oefenvormen Bakkati ook bedenkt voor de trainingen, Advocaat weet hem altijd nog op een toevoeging of detail te wijzen. ‘Hij ziet alles. Nog steeds.’
HAAGSE HOPJES
‘We beginnen altijd om kwart voor twee, maar wees op tijd’, zei perschef Rokus Driesen woensdagmiddag na de training. ‘Want als Dick er eenmaal is, begint-ie meteen en dat is eigenlijk altijd eerder dan gepland.’ Het is nu 24 uur later en de jonge twintiger blijkt het goed te hebben voorspeld. Om 13.31 uur stapt Dick Advocaat de persruimte van het Bingoal Stadion binnen op deze donderdagmiddag. ‘Daar zitten ze hoor’, zegt hij, knikkend naar de aanwezige journalisten, waarna hij voor zichzelf een kop koffie inschenkt en zijn hand in een doos met Haagse hopjes steekt.
Ton Beije is ook weer aanwezig. De hoofdredacteur van Haaglanden Voetbal zit vooraan. In zijn schoot ligt een microfoon. ‘Lekker weertje om te trainen, hè’, zegt hij als Advocaat eenmaal op zijn plek zit, vlak voor hem.
De trainer wrijft in zijn handen. ‘Nou. Ik heb alleen maar regen, sneeuw of kou gehad sinds ik hier ben.’
‘Het stapelt zich wel op, hè’, zegt de cameraman van Beije. ‘Dat weer, en dan zo vroeg je bed uit.’
‘Kwart voor zeven eruit hè. Dan liggen jullie nog te snurken.’
Beije: ‘Dan zitten wij net aan de krant.’
Advocaat: ‘Ja maar daar zit geen druk op, dat bepaal je zelf. Ik móét.’
Beije: ‘We hebben medelijden met je Dick. Gelukkig is het maar een klein stukje rijden… je kunt het op de fiets doen.’
‘Dat is de enige reden dat ik het gedaan heb’, zegt Advocaat, die alles per auto doet. ‘Meer redenen kan ik niet verzinnen.’
Perschef Driesen grijnst. ‘Dit staat niet op camera toch jongens?’
Advocaat: ‘Ach wat maakt het uit.’
Anders dan elders in de Eerste Divisie gebruikelijk is doet Advocaat geen één-op-één-interviews. Alleen op wedstrijddagen staat hij rechtenhouder ESPN te woord, maar wie hem verder wil spreken, kan terecht op dit wekelijkse persmoment in het stadion. Er is nog even geëxperimenteerd met een persconferentie op het trainingscomplex, in een van de containers, maar dat bleek te benauwd en omslachtig. Nu rijdt Advocaat na elke donderdagtraining hiernaartoe. Om na zijn praatje direct weer te vertrekken.
‘Waar ik een beetje teleurgesteld in ben, is dat men denkt dat wij niet meer kunnen verliezen’, zegt hij, wanneer het officiële gedeelte van de persconferentie is begonnen. Hij heeft het over de verloren wedstrijd van maandag, tegen Heracles, de eerste competitienederlaag sinds half december. Als gevolg daarvan zijn de kansen op de derde periodetitel drastisch geslonken. ‘We hebben weliswaar al negen of tien wedstrijden niet verloren, maar we kunnen wel verliezen. Niemand moet denken dat het lek helemaal boven is.’
Vooraan brengt Beije zijn microfoon weer naar de mond. Hij begint over de wedstrijd bij TOP Oss, van komende vrijdagavond. ‘Thuis speelden jullie gelijk tegen TOP Oss. Het zal je toch niet gebeuren dat je tegen zo’n ploeg weer punten gaat…’
‘Ho-ho’, interrumpeert Advocaat. ‘Nou bekijk jij het zoals een toeschouwer er naar kijkt, Ton. Zo is het natuurlijk niet.’
Advocaat benadrukt dat TOP Oss zijn laatste drie wedstrijden heeft gewonnen, van VVV, FC Eindhoven en Jong Ajakkes. ‘Ga dus niet zeggen dat dat niks is. We hadden hier thuis de grootste moeite met ze, dat was een van mijn eerste wedstrijden.’
Gauw schakelt Beije door naar het volgende item. ‘Zijn er nog wijzigingen in de opstelling te verwachten?’
Advocaat. ‘Ja. Werker doet niet mee.’ Hij kijkt opzij naar perschef Driesen. ‘Wie is dat ook alweer? Daryl toch?’
Driesen: ‘Ja, Daryl Werker.’
Advocaat: ‘Ik ken de namen hoor, maar af en toe gooi ik er een andere naam in. Doe ik expres.’ Gelach in de zaal.
Vooraf hadden de lokale clubwatchers het over een van zijn gewoontes. Telkens wanneer Advocaat een Haags hopje pakt, stopt hij dat nog tijdens de persconferentie in zijn mond. En jawel, weer is het raak. Ook dit keer zal op de audiotapes het gesmak op het koffiesnoepje te horen zijn.
Dan de vraag of hij staat te popelen als om 6.45 uur de wekker gaat? ‘Ik heb nooit zo veel moeite om op te staan. Maar om half vijf ’s middags vallen mijn oogjes weleens toe, dat is een beetje vroeg, hè.’
Meestal is hij rond acht uur op de club. ‘Dan drinken we samen koffie. Vervolgens gaan we om kwart voor negen met z’n allen bij elkaar zitten. De dag bespreken, hoe de jongens ervoor staan… duurt een halfuur… dan nemen we de training nog door, die om 11 uur begint.’ Heerlijk vindt hij dat, die sessies. ‘Voetbal blijft voor mij een spel, ook met spelers. Hoe ver kun je gaan met ze, wat zeg je tegen ze, dat blijf ik leuk vinden.’
Nadat de persconferentie is afgerond, staat hij grijnzend op. ‘Dat snoepje doe ik niet meer.’ Perschef Driesen: ‘Praat niet makkelijk nee.’
SNEEUW EN ANGST
Sneeuwstormen teisteren een groot deel van Nederland als Dick Advocaat een dag later arriveert in het Frans Heesen Stadion. De lichtmasten branden al en onder de hoofdtribune is het lekker druk. Hoewel dat ook kan komen doordat er een turnschool in huist. In die zalen wordt nog volop over evenwichtsbalken gelopen wanneer de Hagenaars hun kleedkamer opzoeken. Ook huist er een hotel in, waar enkele FCDH-coryfeeën onder wie oud-trainer Lex Schoenmaker een uur voor de wedstrijd aan de friet zitten.
TOP Oss is een gemoedelijke club. Aards en aaibaar. Dat een van Nederlands beroemdste trainers er net is binnengewandeld, doet de mensen niet meer dan wanneer pakweg Mike Snoei of Michele Santoni hier te gast zou zijn met Telstar of FC Dordrecht. De koffiejuffrouw staat drie kwartier voor de aftrap nog gewoon een vaatwasser uit te ruimen. ‘Nee, kan wel effe’, zegt ze als ze ondertussen haar telefoon opneemt. ‘Ik ben bij TOP, maar zeg het maar…’ Naast haar tappen twee agenten op hun gemak een kop koffie. ‘We verwachten een rustige avond.’
‘ANGST MAG NIET REGEREN’
Wanneer de spelers tegen acht uur het veld betreden, ontrollen de meegereisde supporters een spandoek. ‘Angst mag niet regeren’, staat erop. Voor hun ploeg staat dit seizoen nog veel op het spel. Doel is een play-off-ticket halen, maar om daarvoor in aanmerking te komen moet nog wel een punt of vijf worden ingelopen op concurrenten als MVV en NAC.
Advocaat staat ook nu weer helemaal links in de dug-out. Vanaf daar ziet hij FCDH een rommelige wedstrijd spelen die ondanks een rode kaart van Malik Sellouki na een uur spelen alsnog wordt gewonnen, met 2-3, dankzij twee treffers van invaller Joël Zwarts. Op de vraag wat hij het prettigst vond aan de wedstrijd, antwoordt Advocaat zonder een gezichtsspier te vertrekken: ‘Het eindsignaal.’
Wanneer zijn eigen avontuur eindigt, weet niemand. Met de clubbazen in de VS heeft Advocaat nog niet gesproken, zei hij een dag eerder. Wat hij zelf wil, liet hij buiten beschouwing. Perschef Driesen zegt ook alleen maar te kunnen gissen wanneer hij zich na de wedstrijd nog een glas fris inschenkt. ‘Het is nog koffiedik kijken.’
Bron: vi
6 Comments
Ton
Wat een langdradig verhaal!
Iets over ouwe koeien uit de sloot halen!
Ed Slier
Oh, Ik moet alleen maar artikelen plaatsen die jij leuk vind? Blijft weinig over dan onruststoker!
Lodewijk van avezaath
Weer niet goed Ton?
Mw
Toch mooi hoe iemand nog zoveel passie uit zijn hobby weet te halen. Niet een persoon om achter de geraniums te gaan zitten. Sterf in het harnas hopelijk nog veel voor de boeg.
Peter
Je hoeft dit niet te lezen Ton.
Leuk stuk.
Bas 1968
Leuk stukkie ed👍