Bijna zevenhonderd gespeelde wedstrijden, waarvan zeshonderd voor ADO en FC Den Haag: zelden was een voetballer zó trouw aan zijn club als Aad Mansveld. En nimmer verscheen een voetbalboek dat zó heerlijk wegleest als Ruwe Bolstâh. S
Natuurlijk, Voetbal op topniveau, geschreven
door Rob Andeweg en zoon Ruud Mansveld, was een mooi eerbetoon. Maar de
nieuwe biografie, getiteld Ruwe Bolstâh, overstijgt alle eerdere
publicaties over ‘Aadsjûh’. Aan de hand van de vele hoogte- en
dieptepunten uit Aads carrière neemt schrijver Ruud Doevedans ons mee
door het leven van de voetballegende. Zo leren we dat de voor Aad zo
kenmerkende vechtlust en branie is ontstaan in Laak, waar maar één
grasveldje was.
Jongens uit Laakhof en Zomerhof, twee deelbuurtjes, hebben dit trapveld ook ontdekt; de oplossing wordt gevonden door toernooitjes te organiseren. Hier begint de ontwikkeling van de harde speltechniek die we van Aad kennen: het onderuit schoffelen van de tegenstander. Aad, de Jan Wouters uit de Jan Wapstraat. Als jonkie meldt hij zich al bij ADO. Na een korte carrière als honkballer (!) kiest hij voor voetbal. Als een mysterieuze trainer uit Oostenrijk arriveert, Ernst Happel, arriveert daarmee ook de leermeester van Mansveld. Happel wordt meteen op de proef gesteld: als het regent zeurt het elftal, Aad voorop, dat ze binnen willen trainen. Happel zet een flesje op de lat van het doel en schiet het, van buiten de zestien meter, van de lat. ‘Als iemand mij nadoet, gaan we binnen trainen.’ Alle spelers doen een verwoede poging en even later wordt er in de stromende regen verder getraind. Daarna is duidelijk wie de baas is.
Ruwe Bolstâh staat bol van dit soort heerlijke anekdotes over Aad en ADO/FCDH. Natuurlijk is er ruim aandacht voor de wedstrijd tegen West Ham United op 3 maart 1976. De avond dat Aad een legende wordt en drie doelpunten scoort. ‘Er zaten wel twee penalty’s bij’, relativeert hij zichzelf tegenover een jong journalistje, ene Kees Jansma. Zo onverslaanbaar als hij is op het gras van het Zuiderpark, zo oneerlijk is de strijd tegen de ziekte die hem fataal wordt.
Voetbalfanaten: lees dit boek. Het is een altaar voor Aad.
Bron: ad