De ene week laat Sjoerd Mossou zijn gedachten los op een actuele foto, in de andere week blikt Dennis van Bergen met een international terug op diens eerste en tevens enige duel voor het Nederlands elftal. Met vandaag: Joop Lankhaar.
De bezitters van het Panini-album van 1988 zullen zijn gezicht zo weer voor zich zien. Uit het niets staat hij daar opeens, Joop Lankhaar, de voetballer die het FC Den Haag uit die tijd zo feilloos belichaamde: matje tot aan zijn schouders, vlassig snorretje. Die jongen van 21, die zijn carrière van stratenmaker dan net heeft beëindigd, behoort volgens de albummakers tot Nederlands beoogde EK-selectie van 1988. ,,Ja mooi, hè”, zegt de in Alphen aan den Rijn woonachtige oud-verdediger nu, ruim dertig jaar later. ,,Zie je jezelf opeens als international op zo’n stickertje terug. Ik kan het nog steeds nauwelijks geloven.”
Lankhaar dankt zijn uitverkiezing in het album aan zijn enige interland, die hij een paar maanden eerder speelde. Op 16 december 1987 maakte hij in de EK-kwalificatiewedstrijd uit tegen Griekenland (0-3) de 90 minuten vol voor de ploeg van bondscoach Rinus Michels.
Een tamelijk opmerkelijke ervaring voor Lankhaar, vindt hij tot op de dag van vandaag. ,,Je moet het zo zien: Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard waren mannen die ze toen al over de hele wereld kenden. Ik was Jopie, slechts een wereldster in Den Haag. Iemand die elk seizoen blij was wanneer de FC weer een jaartje langer in de eredivisie bleef.”
Even dacht Lankhaar dat zijn trainer Rob Baan een grap maakte, toen die hem vertelde dat hij was opgeroepen voor de interland op Rhodos. Anderzijds: Baan en grappen maken, dat was ongeveer even waarschijnlijk als Marianne Thieme die haar mes zet in een karbonaadje. En bovendien: eerder, in de return van de ‘bomwedstrijd’ Nederland – Cyprus, was de verdediger ook al eens geselecteerd door Michels.
,,Het ging in die tijd lekker bij FC Den Haag. Dus op zich was het niet gek dat ik een keer de kans kreeg”, zegt Lankhaar, thans magazijnwerker in een fabriek die attributen levert voor kermisattracties en boten. ,,Maar ik ben het altijd wel nuchter blijven zien. Ik was natuurlijk geen Ronald Koeman. Des te mooier was het dat ik die week met hem op één kamer lag. Ik heb alleen maar geluisterd naar wat Ronald te vertellen had. Goud om mee te maken.”
Minder leuk voor Lankhaar, trainer van het oudste jeugdteam van AVV Alphen in zijn woonplaats, was het vervolg. Toen Michels in het voorjaar van 1988 zijn definitieve selectie voor het EK bekendmaakte, kreeg Wim Koevermans de voorkeur boven hem. In die zin was zijn plek in het Panini-album dus wat voorbarig. ,,Weet je, op zich is het natuurlijk nog steeds geweldig dat ik toen die ene interland heb mogen spelen. Alleen, als je dan later thuis vanaf het bankie ziet dat Oranje de EK-titel pakt in Duitsland, dan denk je wel even: daar was ik toch óók wel graag bij geweest.”
Gelukkig heeft de inmiddels 53-jarige Lankhaar het album nog. Of toch niet? ,,Nee, het album niet”, zegt de speler die na zijn FC Den Haag-periode uitkwam voor Racing Mechelen, Lierse SK en Dordrecht ’90. ,,Wel dat stickertje met mijn gezicht. Iemand had dat plaatje dubbel en dat heeft hij mij gegeven. Ligt nu ergens op zolder. Prachtig, toch? Als ik 80 ben, kan ik nog zeggen: Jopie heeft toch maar mooi bij de EK-selectie van ’88 gezeten. Ook al was het alleen in dat boekie.”
Bron: ad