Maandag, 11 april, is de geboortedag van Marnix Rueb. Hij zou 67 jaar zijn geworden. Daarom wordt vanavond op TV West de documentaire ‘Kap Nâh’ uitgezonden. Het mooiste eerbetoon is natuurlijk het standbeeld van Haagse Harry op de kop van de Grote Marktstraat. Een keramieken kolos, verankerd in de Haagse klei.
Marnix Rueb kreeg postuum de Cultuurprijs van de gemeente Den Haag. Met het bijbehorend geldbedrag werd een standbeeld vervaardigd, als blijvende herinnering aan Marnix en zijn geesteskind Haagse Harry. Marnix was, zoals vrijwel alle striptekenaars, een man met een scheur in zijn ziel. Zijn strips waren zijn uitlaatklep.
Haagse Harry werd als snel na z’n eerste verschijning in 1994 in het uitgaansblad Doen een volksheld. De strips sloegen in als een bom en werden gretig door velen gelezen – tot onze koning aan toe. Dit grappige lefgauzâhtsje was voor iedereen herkenbaar. Harry deed wat wij eigenlijk allemaal zouden willen doen: schoppen, slaan, spugen. Het zit in ons Haagse dna verankert en komt er nog zelden uit. Haagse Bluf – maar altijd een knipoog met klasse. Harry groeide uit tot een stadssymbool. Iedereen, van veen tot zand én ver daarbuiten, moest lachen om deze oer-Hagenees met zijn spitsvondige teksten. Intelligénte teksten.
Nooit goedkoop
De humor van Marnix was weliswaar ruig van toon maar nooit goedkoop. Het fonetisch Haags in de strip (hardop uitspreken is de truc, dan volgen de Haagse klanken als vanzelf) werd een handelsmerk op zich. Zodoende legde ik samen met Marnix en broer Robert-Jan in 1998 het fundament voor onze spelling; ut Groen Geile Boekie. Met alweer die mooie Haagse humor van Marnix. Humor die resoneerde in de stad, die iedereen begreep en vooral voelde. We waren gek op Haagse Harry. Stadsliefde, vermomd als stripfiguur.
Het standbeeld van Haagse Harry is daarom niet alleen een eerbetoon aan Marnix maar ook een beetje aan de gehele Haagse bevolking. Grote bek, klein hartje. Net als zijn vader. Unieke mensen verdienen een uniek eerbetoon. Maar een standbeeld van Haagse Harry op de Grote Markt, dat had zelfs Marnix niet kunnen bedenken.
Hagenezen huilen niet, zo luidt het spreekwoord. Maar als ik op zijn geboortedag aan Marnix denk, laat ik een traantje. Dat is niet erg. Rouw is de prijs die wij moeten betalen omdat we van iemand hebben gehouden. De koning is dood, leve de koning. Leve Marnix! Leve Haagse Harry!
Bron: ad