Supporters Midden-Noord mogen niet gaan staan en tribunevak is soms te vol’

De FC Den Haag-supporters in het bekende tribunevak Midden-Noord zouden eigenlijk op hun stoel moeten blijven zitten. Nu kijken ze staand naar de wedstrijden en dat is in strijd met de vergunning van de KNVB. Ook blijkt het vak soms te vol te zijn. Dat bemoeilijkt niet alleen het toezicht op het publiek in dit deel van het stadion, ook zijn de bijbehorende trappen ‘bij voortduring’ geblokkeerd. Bij een eventuele ontruiming vormt dat ‘een extra risico’. Bovendien zijn de toegangspoortjes van het stadion verouderd en zijn ze ‘overklimbaar’.

Dit stelt het rapport dat onderzoeks- en adviesbureau CrowdProfessionals heeft opgesteld naar aanleiding van de rellen bij de geruchtmakende en door FCDH verloren promotiewedstrijd tegen Excelsior op 29 mei. Het verslag was al in juli klaar, maar de gemeente Den Haag heeft het pas enkele dagen geleden openbaar gemaakt.

Volgens de onderzoekers zijn de toegangspoortjes bij de ingangen ‘niet bestand tegen massaal binnendringen’. Ook bieden ze de mogelijkheid om eroverheen te klimmen. Dit bleek wel bij deze wedstrijd, toen ’tenminste twintig à dertig personen’ langs de poortjes wisten te komen en zich zonder kaartje toegang verschaften. Voor de langere termijn adviseert CrowdProfessionals daarom om ‘manshoge tourniquets’ aan te schaffen.

Extra druk in Midden-Noord

Ook stadionvak Midden-Noord is onder de loep genomen. Het bevindt zich ter hoogte van de middellijn en behoort tot de gedeelten van het stadion waar zich de meest gepassioneerde supporters verzamelen. CrowdProfessionals stelt dat vanwege de onderlinge sfeer ook bezoekers uit de aangrenzende vakken naar Midden-Noord komen, waardoor het hier extra druk kan zijn.

Het publiek bekijkt ook nog eens staand de wedstrijden en dat blijkt eigenlijk niet te mogen. De reden is dat de vergunning van de KNVB alleen in het gebruik van zitplaatsen voorziet; voor staanplaatsen gelden andere, volgens het rapport zelfs ‘zeer strenge’ eisen.

Tribune wel bestand tegen springen?

De onderzoekers vragen zich bovendien af of de bouwkundige constructie van de tribune er wel tegen bestand is als, zoals nu nogal eens gebeurt, het grote aantal fans in Midden-Noord massaal gaat staan springen. Ook dit kan, stelt het rapport, ‘een extra risico vormen’, hoewel de kanttekening wordt gemaakt dat dit verder niet is bekeken omdat het ‘buiten de scope van het onderzoek’ viel.

Over dit laatste zegt FCDH in een reactie dat er geen reden is tot zorg: nadat eind 2021 bij NEC een deel van een tribune van het Goffertstadion instortte, is de boel al onderzocht. ‘En daar zijn geen bijzonderheden uitgekomen,’ aldus een van de betrokken medewerkers van de club. ‘Wel is dit een proces dat we continu in de gaten houden.’

Hoewel het volledige onderzoeksrapport nu pas is vrijgegeven, presenteerde burgemeester Van Zanen tweeëneenhalve maand geleden al wel een aantal conclusies en aanbevelingen uit het stuk.

Die waren niet mals: op de bewuste wedstrijddag rammelden de toegangscontroles aan alle kanten en werd niet of nauwelijks gefouilleerd. Bovendien bleek de club over veel te weinig stewards te beschikken om zaken te begeleiden en in de gaten te houden. Daarnaast is er nog maar weinig over van de ooit hypermoderne controle- en beveiligingssystemen waarmee het stadion sinds de opening in 2007 was uitgerust.

‘Redelijk modern’

FCDH’s huidige installatie met beveiligingscamera’s in het stadion is volgens het rapport van CrowdProfessionals in orde. Het wordt ‘redelijk modern’ genoemd, maar een kanttekening is wél dat ‘nog te vaak iemand niet, of niet snel genoeg wordt gevonden, terwijl dat technisch wel mogelijk zou moeten zijn’.

Sinds de rellen zeggen de directie en het management van FCDH er alles aan te doen om de zaken te verbeteren en zo snel mogelijk weer op orde te krijgen. Intussen zijn de goedwillende supporters van de situatie de dupe. Dat komt omdat op last van de gemeente, de politie en het Openbaar Ministerie – ook wel de ‘Driehoek’ genoemd – vooralsnog alleen seizoenkaarthouders en zakelijke relaties de thuiswedstrijden kunnen bijwonen.

Spandoeken als protest

Voor alle andere voetballiefhebbers is het op dit moment niet mogelijk een kaartje te kopen. Wel zijn vrijdagavond, onder voorwaarden, ook kinderen en hun ouders toegelaten om vanaf de Lex Schoenmaker familietribune het duel tegen Jong PSV te bekijken. Van die mogelijkheid is nauwelijks gebruikgemaakt.

Dat de FCDH-aanhang genoeg heeft van deze beperkende maatregelen bleek die wedstrijd uit het spandoek dat opriep om voortaan ook de gewone clubcardhouders weer te verwelkomen. ‘CC-houders in’ luidde de tekst, met daarnaast, als verwijzing naar directeur Edwin Reijntjes, een spandoek met ‘Reijntjes Out’.

‘Enorme stappen’

‘We zijn bezig om met supporters, sponsoren en de Driehoek invulling te geven aan de uitwerking van het rapport’, laat FCDH in een reactie weten. ‘Er zijn al enorme stappen gemaakt.’

Wat die stappen inhouden, is niet duidelijk. Zeker is wel dat burgemeester Van Zanen vindt dat zich geen nieuwe incidenten mogen voordoen. Naar eigen zeggen let hij ook op wijze waarop de veiligheid wordt verbeterd. De burgemeester noemt het essentieel dat de club de namen weet van iedereen die tijdens wedstrijden in het stadion is. De bezoekers moeten bovendien ‘bij een incident’ kunnen worden opgespoord.

Supporters balen

Veel supporters balen ervan dat nog steeds de rellen van 29 mei worden opgerakeld. Toch blijkt het rapport allerlei nog onbekende details te bevatten. Zo kon Excelsior-trainer Marinus Dijkhuizen in de eerste helft van de verlenging niet meer van zijn stoel gebruikmaken, omdat daar een FCDH-supporter op zat. Die wekte niet bepaald de indruk dat hij weer wilde vertrekken.

Ook besloten de docenten van het Mondriaan College in ongeveer de 75ste minuut van de wedstrijd alle zestig studenten die allerlei taken uitvoerden in één keer terug te trekken en naar huis te sturen. De school vond dat de dreiging te groot werd.

Honkbalknuppel

CrowdProfessionals prijst ‘de professionaliteit en het risicobewustzijn van de docenten’, maar ziet als schaduwzijde dat de wedstrijdorganisatie van het ene op het andere moment over zestig personen minder beschikte.

Daarnaast zette FCDH ‘ruim voor het einde van de wedstrijd’ de poorten al open, zodat het publiek desgewenst kon vertrekken. Maar het bood relschoppers die buiten rondliepen óók de mogelijkheid om het stadion binnen te gaan om, aldus het rapport, ‘zich te misdragen’. Van één van hen is bekend dat hij een honkbalknuppel bij zich had.

Bron: omroepwest