Schrijf FC Den Haag nooit af: ‘Op 10 mei staan we dik boven de streep’

FC Den Haag ging donderdag onderuit in het bekerduel met Fortuna Sittard, maar in de Eredivisie is er weer genoeg reden voor positiviteit na de stunt van afgelopen zaterdag in Arnhem. De zucht van verlichting was in de Hofstad hoorbaar. Eindelijk weer eens optimistische geluiden na een periode vol zorgen. Schrijf FCDH nooit af.

De nagalm van de 3-1 nederlaag bij PEC Zwolle was negatief en pessimistisch. De rvc-leden Ad Melkert en John van Ringelenstein stapten op, de bestuurlijke onrust hield aan, een blik op de ranglijst zorgde voor paniek en de twijfels bij staf en spelers namen toe. Het was een rumoerig weekje in Den Haag, maar bij het terugkijken op die week overheerste zaterdagavond voorzichtige tevredenheid. FCDH won dankzij een bliksemstart met 0-2 bij Vitesse en de ploeg van trainer Fons Groenendijk staat daardoor voorlopig boven de degradatiestreep.

‘Zo, hoe 99 minuten voetbal je humeur kunnen veranderen’, merkte uitblinker Lex Immers zaterdagavond tegen tienen op. Hij verwoordde de Haagse gevoelens uitstekend. Net zoals Groenendijk dat even daarvoor deed toen hij opgelucht door de mixed zone drentelde. ‘Deze hadden we wel even nodig’, luidde het understatement van de dag.

De pure opluchting was van de gezichten te scheppen, na een week vol spanning. De onvoorspelbaarheid van de voetballerij trad weer eens in werking. FC Den Haag stond aan de hand van enkele routiniers op. Waar eerder in de week de twijfels het wonnen van de branie, was er nu plotseling weer een houvast. ‘Het is de eerste stap, hoop ik, niets meer en niets minder. We hebben de weg omhoog weer gevonden’, noemde Immers het. De aanvallende middenvelder was weer eens ouderwets belangrijk voor zijn ploeg. ‘Ik raak niet zo snel meer in paniek’, keek hij terug op de moeilijke week. ‘Is nergens voor nodig ook. Moet ik na 450 wedstrijden betaald voetbal in de war raken van een slechte start? Ik snap dat het best moeilijk is om supporter van FCDH te zijn en zes punten te hebben na tien duels, maar daar ben ik te ervaren voor. Rustig blijven, positief zijn en dan zie je dat het goedkomt.’

Doorbijten

Het kwam goed in Arnhem, mede doordat Groenendijk een beroep deed op veel geroutineerde spelers. ‘We stonden met een behoorlijk oud elftal, dat is niet voor niks. Ervaring is nodig in zo’n situatie.’ En met een pijntje spelen, zoals Immers deed, hoort daar eveneens bij. ‘De trainer noemde het ook karakter tonen. We weten allemaal hoe het werkt. Je kunt ook zeggen: Zes punten, Vitesse-uit, laat maar even. Vrijdag stapte ik uit op de training en dacht ik: Ik kap ermee, ik speel niet. Ik heb een MRI-scan laten maken, gelukkig was de uitslag positief. Er zit vocht in de knie, tegen het kraakbeen aan, dat zeurt. Als ik die knie buig, voel ik het. Het is ook mentaal, even doorbijten en karakter tonen.’ En dus antwoordde Immers als routinier. Hij weet wat die rol betekent. ‘Coaching, positief zijn, geen gekke dingen roepen. En af en toe je stempel drukken, jongens op de plek zetten. Momenten herkennen dat je dat moet doen.’

‘Ik gebruik het woord crisis zelden, het werd bij me neergelegd. Maar het is geen fijne situatie, dat is duidelijk’

De crisis was bezworen. Na de nederlaag in Zwolle was Groenendijk geconfronteerd met het c-woord. Een voorzichtige bevestiging in een televisie-interview zorgde ervoor dat het woord crisis enkele keren herhaald werd richting de confrontatie met Vitesse. Zes uit tien, gerommel in de clubleiding, meer vragen dan antwoorden. Crisis of niet? ‘Ik gebruik het woord crisis zelden, het werd bij me neergelegd. Maar het is geen fijne situatie, dat is duidelijk’, legde Groenendijk op vrijdag rustig uit. De situatie heeft uiteraard effect op de coach. ‘Ik heb nog nooit zo veel verloren in mijn leven. Als je niet presteert, wordt er ook naar een trainer gekeken, dat snap ik allemaal wel. Het was een lastige week. Je eigen teleurstelling moet je ook een plek geven. En daarna moet je de boel weer oprapen. Kleine irritaties liggen op de loer, dat hoort er ook bij. Je denkt na over wat je anders kunt doen, je haalt je genoeg in je hoofd. Paniekvoetbal spelen heeft geen zin. Ik ga ook niet lopen klagen in de media, daar heb ik helemaal geen zin in. Ik heb ooit weleens gezegd: Je kan als trainer van alles verzinnen en toveren wat je wil, maar soms moet het ook gewoon een keer gebeuren.’

Groenendijk zag het gebeuren in Arnhem waar hij een beroep deed op de oudere spelers en het antwoord kreeg dat hij wenste. ‘De meer ervaren spelers verwijt ik wel wat meer dan de jonkies. Daar verwacht je soms wat meer van. Positioneel goed staan bij voorzetten is daar een voorbeeld van. Ik snap dat iedereen ook met zichzelf in de weer is. Thuis denken ze er iets meer over na, mentaal is zo’n periode best zwaar. We hebben leuke seizoenen gehad en nu sta je bij de onderste drie. De kunst is die ervaring op een positieve manier te gebruiken.’

Louis van Gaal

Tom Beugelsdijk mag zich inmiddels ervaringsdeskundige noemen wat het zwak aan een seizoen beginnen betreft. ‘Ik heb dit al vier, vijf keer meegemaakt’, rekent hij uit. ‘Gelukkig zit ik zelf niet chagrijnig op de bank ’s avonds, die tijd heb ik gehad, maar het is een verschrikkelijke tijd. Als ik boodschappen doe, word ik door iedereen aangesproken. Ze denken allemaal dat ze Louis van Gaal zijn, maar weten bij wijze van spreken niet eens wat buitenspel is. Iedereen heeft een mening. Dat is prima, maar het is wel lastig.’

Ook Beugelsdijk behoort tot de ervaren spelers. ‘Het schijnt zo te horen in de voetballerij, dat de oudere jongens de jongere spelers helpen. Kijk, voetballen kunnen ze allemaal, misschien moet ik ze af en toe terug naar de basis roepen, moeten ze af en toe slimmer zijn. Die kleine rechtsbuiten van ons (Crysencio Summerville, red.) weigert te vallen, terwijl we met John Goossens een speler hebben die een vrije trap kan maken. Dat is ook slimheid toch? Ik vind het wel moeilijk om aan te geven waar het fout gaat, waarom we achteruit gaan lopen. Als ik dat weet, zou ik de allerbeste trainer van de wereld zijn.’

‘Het komt wel goed’, was een veelgehoorde uitspraak in de aanloop naar Vitesse-uit. Een uitspraak die intern voer voor discussie gaf. ‘Dat zeggen is te makkelijk, het is geen vanzelfsprekendheid, geen garantie. Ik heb daar intern mensen ook op aangesproken. Het moet wel beter bij FCDH, hè, op deze manier blijven wij onderin bivakkeren.’ Ook Beugelsdijk nam de woorden in de mond. ‘Maar in de context zetten graag’, voegde hij eraan toe. ‘Als ik de woorden niet uitleg, staat er straks boven het verhaal dat ik denk dat het wel even goedkomt. Het gevoel dat het goedkomt heeft te maken met het vertrouwen dat ik erin heb. Ik weet dat we hieruit komen en boven de streep eindigen. Omdat ik kijk naar de selectie die we hebben. Uiteindelijk gaan wij ook die punten pakken. Ik krijg het echt niet uit mijn strot dat wij het niet gaan redden. Het heeft niets met gemakzucht te maken, echt niet. Man, ik word helemaal gek, liefst wil ik nu 24 dagen achter elkaar spelen, nu laten zien dat we boven die streep horen. Als je op deze plek staat wil je daar zo snel mogelijk weg. In deze periode is voetbal heel vervelend. Maar op 10 mei staan we dik boven de streep. Lang daarvoor al veilig zijn blijft het doel.’

Immers sluit zich na de zege op Vitesse aan bij Beugelsdijk. ‘Ik vind echt dat we in principe een prima team hebben, we hebben ook geen geluk gehad. De kwaliteit is er, als we maar voldoende beseffen dat we het elke week moeten brengen. Het voetbal is beter dan de afgelopen twee jaar, maar nu moeten we het in goals uitdrukken. Als je Sheraldo Becker de diepte in stuurde, zag je die nooit meer terug en de creativiteit van Nasser El Khayati hebben we nu niet meer. Dat mis je, dat beetje extra.’

Bron: vi