De garage van de Scheveningse Rob Pronk is een walhalla voor mensen die houden van de Haagse voetbalgeschiedenis. In plaats van blikken benzine, gereedschap en verfkwasten zijn er in zijn garage shirts, bekers, vaantjes en andere zaken te vinden die herinneren aan vervlogen tijden. Alleen het museum lijkt uit zijn voegen te barsten.
Als je drie keer op een dag aan Pronk vraagt wat het mooiste attribuut is uit zijn collectie, dan geeft hij drie keer een ander antwoord. ’s Ochtends kan het de Harry de Hartog-beker zijn, een voetbalprijs met een grote geschiedenis. Een paar uur later zou hij zomaar een affiche uit 1926 kunnen noemen waarop een duel wordt aangekondigd tussen Tonegido en ADO. Als Pronk voor het slapengaan nog eens goed nadenkt komt hij waarschijnlijk uit bij een voetbalshirt uit de jaren 60 of een archiefmap vol met informatie over een niet meer bestaande club als Oranjeplein of JAC.
De Scheveninger heeft dan ook genoeg om uit te kiezen. Zijn garage achter de haven ligt vol met elementen uit het roemrijke Haagse voetbalverleden. Vooral bij de niet meer bestaande amateurclubs ligt zijn hart. De kaalslag die de afgelopen dertig jaar heeft plaatsgevonden in het amateurvoetbal heeft hij met lede ogen aangezien. ‘Er komen zoveel mooie verhalen uit de tijd van de HVB’, zegt Pronk. ‘Er waren altijd derby’s met clubs als Maasstraat, ESDO of De Jagers. Het was hard tegen hard met soms wel vechtpartijen, maar na afloop was het ouwe-jongens-krentenbrood met een zangertje in de kantine. Dan werd de polonaise gelopen.’
De drang naar nostalgie zorgde ervoor dat Pronk eind 2008 een website begon over de Haagse Voetbalgeschiedenis. Het bleek een opmaat voor meer. In de veertien jaar daarna verschenen er boeken, waren er verschillende toernooien met niet meer bestaande clubs en kwam er uiteindelijk een museum. Daar waar vroeger zijn auto stond, zitten nu wekelijks oud-spelers te snuffelen in oude jaarboeken of laten ze de shirts van weleer door de vingers gaan. ‘Soms zitten ze hier wel twee uur’, zegt Rob met gepaste trots. ‘Dan komen al die herinneringen terug.’
Steeds meer mensen weten de weg naar Pronk te vinden. Zo zijn er ware schatten aan zijn collectie toegevoegd. ‘Vorig jaar werd ik gebeld dat iemand het oorlogsmonument van De Ooievaars had gevonden. Die was jaren kwijt. Bleek oud-scheidsrechter René den Hartogh het al die jaren in zijn werkkamer te hebben staan.’
Shirt van Benito Bodmann
Glunderend laat hij vervolgens een shirt van Benito Bodmann zien. ‘In 2017/2018 had hij vijftig doelpunten voor HDV gemaakt. Tevens kreeg ik ook zijn voetbalschoenen waarmee hij had gescoord. Dus niet alleen de oudere generatie leeft mee. Ook de jongeren weet ik te bereiken.’
De toestroom van voetbalgoederen naar de garage heeft ook een nadeel. ‘Eigenlijk gaat het me boven de pet’, zegt Pronk eerlijk. ‘Ik krijg zoveel spullen van mensen en het kost zoveel tijd. Het is mijn droom om een eigen museum te hebben. De gemeente zal nooit zeggen: hier heb je drie ton voor een pand, dus mijn hoop is nu gevestigd op een rijke ondernemer die er iets in ziet en zegt ik wil je helpen.’
Shirt Holland Sport
Mocht dat museum er ooit komen, dan hoopt de verzamelaar op een pronkstuk. ‘Het originele shirt van Holland Sport. Gewoon het witte met de groene band. Dat is niet te krijgen. Ik ben er bang voor dat het ergens ligt te verstoffen in een kelder.’
Bron: omroepwest
1 Reactie
kobus
Als ik later ouder ben dan zou ik ook graag rob willen heten. Mooie naam!